De politiek van stank en lawaai

De vuilnismannen in Johannesburg staken al ruim een week. Het CBD, de binnenstad, raakt met de dag meer vervuild. Het straatvuil wordt door de hawkers, de straatverkopers, op grote hopen geveegd, waar het zich vermengt met vuilniszakken. Maar Johannesburg is door haar ligging⎯op 1750 m. zo hoog dat water kookt bij 96 °C.⎯ nogal winderig en daardoor verwaaien de plastic zakjes, de rotte groenten en fruit en de bakjes waaruit pap(maïspap) en kip worden gegeten over de straten. De troep wordt groter doordat vrijwel iedere dag protestmarsen van vuilnismannen door de straten trekken, gewapend met stokken waarmee ze mensen op straat bedreigen en vuilniszakken en – containers stuk slaan om het afval over de straten uit te smeren (een kliko blijkt ook prima dienst te kunnen doen als marstrommel). De straten zijn inmiddels bedekt met een dikke plakkerige laag, de vuilnishopen beginnen ondraaglijk te stinken en bijna iedere avond moet de brandweer uitrukken om smeulende of fikkende hopen te blussen. Het is warm, dus ramen en balkondeuren staan open, en zo vult de stank van verbrand rubber het huis. De ratten hebben het dik naar hun zin. Hoewel de staking de hele stad betreft, zijn collega’s in de rijke buitenwijken verbaasd als ik ze vraag naar hun ervaringen met de staking. Het huisvuil wordt daar door private bedrijven opgehaald, en het probleem van straatvuil is sowieso beperkt in wijken zonder noemenswaardige gedeelde openbare ruimte.
pikitup_citizen-co-za_700

Doorgaan met het lezen van “De politiek van stank en lawaai”